In het begin van dit dans-/toneelstuk hebben de acteurs of dansers geprobeerd om niet naar de microfoon te gaan. Toen ze daar toch alle 4 stonden, spraken ze allemaal door elkaar. De ene sprak Frans, de andere Nederlands, de derde Engels en de laatste slecht Nederlands. Doorheen het stuk deden ze acrobatische trucjes terwijl iemand op de achtergrond voor de beat zorgde door alledaagse spullen te gebruiken. Daarna begon 1 van de spelers de viool te bespelen, de vier dansten naar elkaar toe tot ze met alle 4 tegelijk de viool aan het bespelen waren. Toen maakte de 2 meisjes ruzie om op 1 van de jongens zijn rug te kruipen, dat geruzie eindigde met een levende toren van de jongen en de 2 meisjes op elkaars schouders. Er was ook een moment dat 1 van de jongens en de 2 meisjes al dansend een stoffige jas probeerden aan te trekken. De meeste kinderen vonden het moeilijk om een verhaal te zien in de voorstelling maar iedereen was wel onder de indruk van de acrobatische toeren die de acteurs uithaalden.
Seppe, Robin en Kobe.
Seppe, Robin en Kobe.